Pinguïns
De pinguïn, een beetje klunzige zeevogel die niet kan vliegen. Met zijn onhandige gewaggel verovert hij het hart van jong en oud. Veel kinderen houden er een spreekbeurt over op school, maar niets is natuurlijk zo gaaf als pinguïns in het wild zien. Hiervoor moet je naar het zuidelijk halfrond reizen, naar het koude Antarctica of sub-Antarctische gebieden. Een droom die voor slechts weinig mensen in vervulling gaat...
Verschillende soorten pinguïns
Er bestaan wel zeker achttien soorten, variërend in grootte van 40 tot 115 cm. De grootste soorten (keizers- en koningspinguïn) kunnen zeer diep duiken, de kleinere soorten duiken vaak minder diep en komen na 1 tot 2 minuten weer boven water.
Hieronder geven we een overzicht van enkele pinguïnsoorten, maar wil je een beknopt overzicht - voor bijvoorbeeld een spreekbeurt over pinguïns - dan kan je deze leuke kaarten van pinguïns kopen, met alle 18 soorten.
1. Adeliepinguïn
Deze kleine, volledig zwart-witte pinguïnsoort leeft op de ijskappen van Antarctica. Vooral de enorme kolonie op Ross eiland, met ca. 500.000 dieren, is bekend. Opmerkelijk feit is dat deze soort in aantal lijkt te groeien door de opwarming van de aarde. De Adeliepinguïns zijn behoorlijk behendig op het ijs en bewegen zich vaak glijdend voort. Volwassen dieren zijn 45 tot 70 cm groot, wegen 4 tot 6 kilogram en kunnen zwemmend snelheden van 40 km per uur bereiken.
2. Dwergpinguïn
De dwergpinguïns komen voor op het Zuidereiland en Motunau Island in Nieuw-Zeeland. Dit is de kleinste pinguïnsoort en kenmerkt zich door een blauwige kleur. De vogel wordt tussen de 30 tot 40 cm hoog en weegt 1 à 1,2 kilo.
3. Ezelspinguïn
De snelste pinguïn is de ezelspinguïn, die snelheden kan bereiken van 35 km per uur. Ter vergelijking behaalt de snelste olympische zwemmer een snelheid van 9 km per uur. De soort is herkenbaar aan de witte streep op de kop. De naam dankt hij aan het balkende ezelgeluid dat hij maakt. Ezelspinguïns leven op Antarctica, South-Georgia en de Falklands.
4. Humboldtpinguïn
De humboldtpinguïn is een koloniebroeder bij de kust van Peru en Chili.
5. Keizerspinguïn
De beste duiker is de keizerspinguïn, die meer dan 520 meter diep kan duiken voor voedsel, het absolute record onder alle vogels. Ook kan hij bijna 20 minuten onder water blijven. De dieren hebben een uitzonderlijk uithoudingsvermogen. Om voor hun jongen te zorgen moeten ze terugkeren op het land of het ijs. De temperatuur kan soms dalen tot -60 °C en de pinguïns worden blootgesteld aan rukwinden tot 200 km/u.
Het mannetje vast wel twee maanden lang, met als enige taak het uitbroeden van de eieren. Deze moet hij in evenwicht houden op de achterkant van zijn poten, om ze te isoleren van het ijs. Toch zou een solitair dier de extreme kou niet overleven. Door als groep constant van positie te wisselen staan er steeds andere dieren aan de buitenkant van een cirkel. Volwassen dieren zijn ca. 1,20 meter groot en wegen gemiddeld 30-40 kg.
6. Koningspinguïn
Ook koningspinguïns leven op de eilanden rond Antarctica en broeden in grote kolonies. Deze soort is iets kleiner dan de keizerspinguïn, maar is er nauw aan verwant.
7. Macaroni pinguïn
De macaronipinguïn komt voor rond Antarctica, vooral op de Crozeteilanden en enkele andere eilanden. Kenmerkend is de gele kuif. De snavel is oranjebruin tot dof rood, de poten zijn roze. De wijfjes leggen eerst een klein ei en enkele weken later een tweede ei. De eerste broedperiode neemt het vrouwtje op zich, de tweede het mannetje. De kuifpinguïn is ca. 75 cm lang en weegt 3 tot 8,1 kg. De pinguïns staan bekend als een brutale, zelfs agressieve soort.
8. Schlegels pinguïn
Pinguïn die op de eilanden tussen Nieuw-Zeeland en Antarctica leeft. Het is een grote kuifpinguïn, met forse snavel en lijkt sterk op de wat kleinere macaronipinguïn. Schlegels pinguïn heeft ook een wit of lichtgrijs gelaat en de gele kuif begint op het voorhoofd. De snavel is oranje tot oranjebruin en de poten zijn roze. De bedreigde soort broedt op Macquarie-eiland, de Bishop- en Clerkeilanden.
9. Stormbandpinguïn
De stormbandpinguïn nestelt, in tegenstelling tot de andere soorten, in kleinere groepen.
Pinguïns leefgebied
Ondanks het feit dat pinguïns vaak worden geassocieerd met Antarctica, zijn ze verspreid over een aantal habitats op het zuidelijk halfrond, in gebieden variërend van Antarctica tot de evenaar.
De combinatie van een korte nek, de aaneenschakeling van lijf, benen en staart en een goede vetlaag zorgen dat ze een goede weerstand hebben tegen de kou. Wanneer ze zich tijdens het broedseizoen in grote kolonies verzamelen op het pakijs, kunnen er soms meerdere soorten geteld worden in dezelfde kolonie. Maar de verschillende soorten zijn wel duidelijk van elkaar gescheiden.
Antarctica en/of de Antarctische eilanden
Hier leven vier soorten pinguïns: de keizerspinguïn, de Adéliepinguïn, de kinbandpinguïn en de ezelspinguïn.
Eilanden in de sub-Antarctische wateren
Hier leven koningspinguïn, noordelijke rotspinguïn, macaronipinguïn.
Australië en Nieuw-Zeeland
Verschillende soorten pinguïns komen alleen hier voor: dwergpinguïn, snareskuifpinguïn, grote kuifpinguïn, fjordlandkuifpinguïn en geeloogpinguïn.
Zuid-Amerika en Afrika
Verder naar het noorden, dichter bij de evenaar, broeden pinguïns aan de meer gematigde kusten: humboldtpinguïn, magelhaenpinguïn, galapagospinguïn en zwartvoetpinguïn.
Hier kan je pinguïns in het wild zien:
Beste periode om pinguïns te zien
De maanden november, december, januari, februari en maart zijn de beste tijd om pinguïns te zien.
Wat eet een pinguïn?
De zeevogels voeden zich met krill, vissen, inktvissen, schaaldieren en weekdieren.
Pinguïn weetjes
Pinguïns leven op het zuidelijk halfrond en worden gegroepeerd onder de wetenschappelijke benaming Spheniscidae. De dieren hebben een dikke laag korte, stijve veren, die vergeleken wordt met schubben. De basis van de veren is donzig en houdt warmte vast, terwijl het uiteinde een olielaag heeft en hiermee water tegenhoudt. Hoewel ze op het land moeilijk voortbewegen en zichzelf vaak laten glijden, zijn pinguïns zeer wendbaar en uiterst snel in het water. De vleugels doen dan dienst als vinnen en de poten met zwemvliezen werken als een roer.
- Pinguïns leven op het zuidelijk halfrond
- Ze kunnen niet vliegen, maar wel heel goed zwemmen en duiken
- Vaak hebben ze een donkere bovenkant (camouflage voor roofvogels) en een witte onderkant (camouflage voor haaien)
- De dieren hebben een waanzinnig uithoudingsvermogen en trotseren vaak extreme temperaturen
- Pinguïns leven tijdens het broedseizoen in enorme kolonies van wel duizenden paren. Opmerkelijk is de sociale houding; in groep wisselen ze van positie, zodat niet altijd dezelfde dieren aan de buitenste rand staan
- Buiten het broedseizoen leven pinguïns verschillende maanden op zee
- Pinguïns houden er bizarre seksuele neigingen op na. Tijdens het broedseizoen paren ze met ongeveer alles wat ze vinden, van overleden dieren tot zelfs kuikens
- Bij de geboorte zijn de kuikens bedekt met grijs dons. De ouders gaan naar zee om voedsel te zoeken en uit te spugen voor hun jongen. Pas als het dons afvalt, waagt het kleintje zich in zee en moet het alleen eten.
Vijanden
De ergste vijand van de pinguïn is de mens. Er is veel gejaagd geweest vanwege de olie op de veren. Het koude leefgebied heeft de overbejaging kunnen beperken. De natuurlijke vijanden zijn vooral zeeluipaarden en orka's. Daarnaast zijn er verschillende jagers, zoals zuidelijke reuzenstormvogels, die jongen en eieren aanvallen.