Binnenveldse Hooilanden
Het Binnenveld, een laaggelegen natuurgebied tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Het bevindt zich dicht bij onze thuisbasis en ons kantoor, dus zijn we er met regelmaat te vinden. Onze reporter Wil Weerd komt er heel vaak om de natuur in al zijn schoonheid te bekijken. En vandaag deelt hij zijn kennis met ons en onze lezers!
Geschiedenis van het Binnenveld
Tijdens de laatste ijstijd vormden de gletser(s) stuwwalcomplexen die we nu kennen als Veluwe en Utrechtse Heuvelrug. Ertussen ligt een gletsjerbekken met een uitloop naar de Rijn. Dit bekken is geleidelijk aan gevuld met een zandpakket, rustend op keileem of klei. Het bekken wordt plaatselijk doorsneden door veen- of kleilagen.
Tijdens het Holoceen (geologisch tijdperk: de laatste ruim 11.000 jaar) vormde zich aan het oppervlak een veenpakket, dat ten gevolge van veraarding ( aan zuurstof blootgesteld veen verteert en klinkt in tot een dunnere laag) en vergraven is verdwenen.
Na het verdwijnen van het veenpakket is het maaiveld verlaagd en werden zandopduikingen (zandbanken die onder het veenpakket onder water lagen) én stroomruggen (oude oeverwallen van een voormalige rivierloop) zichtbaar. En in de buurt van de Grift zijn kleilaagjes in het veen afgezet. Het geheel heeft het karakter van een beekdal met de kenmerken van een midden- en een benedenloop.
Het Binnenveld is dus een laaggelegen gebied tussen 2 stuwwalcomplexen waar kwelwater vanuit de stuwwallen kans ziet om naar de oppervlakte te komen. Tot in de late middeleeuwen is het een bijzonder nat én ontoegankelijk gebied waarin de riviertjes De Grebbe en de Kromme Eem stroomden.
Veranderingen
Pas onder leiding van de Utrechtse Bisschop David van Bourgondië werd tussen 1473 en 1481 de Grift gegraven, dat we nu kennen als het Valleikanaal en waar je in de zomer heerlijk kunt kajakken.
Turfwinning zorgt er voor dat het gebied toegankelijker wordt. Boeren gebruiken deze natte gebieden steeds meer als hooiland, terwijl de flora en fauna divers zijn met o.a. orchideeën, moerasparelvlinder, modderkruiper, water- en weidevogels, etc.
Na de Tweede Wereldoorlog gaat de ontginning en ontwatering van het Binnenveld verder en is er sprake van intensivering van het gebruik van weide- en hooiland. Het afvoeren van het water en het bemesten van de natte hooilanden heeft echter grote en ook logische consequenties: een grote teruggang in de biodiversiteit!
Natuur in het Binnenveld
Natura 2000, Staatsbosbeheer, Coöperatie Binnenveldse Hooilanden en Stichting Mooi Binnenveld bekommeren zich om de natuur in het Binnenveld. In 2014 komt het definitieve besluit dat een klein gedeelte van het Binnenveld de beschermde status krijgt van Natura 2000: het gebied omvat de Hel, de Blauwe Hel en de Bennekomse Meent.
De Hellen bevatten het zeldzame trilveen en in de Meent zijn alle voorwaarden voor het blauwgraslandschap aanwezig; samen zijn ze 113 hectare groot. De zuidelijke Binnenveldse Hooilanden zijn noord-zuid eigendom respectievelijk van Staatsbosbeheer (74 ha), Stichting Mooi Binnenveld (49 ha) en Coöperatie Binnenveldse Hooilanden (53 ha).
1. De Hellen
Ingeklemd tussen tussen de Wageningselaan (industrie), Rondweg-Oost (sportcomplexen), Grebbeweg (huizen) en Rauweveldseweg (weiland) liggen de Hellen. De provincies Utrecht en Gelderland, Staatsbosbeheer, Waterschap Vallei en Veluwe, gemeenten, milieu- en landbouworganisaties hebben zich met name ingezet voor deze gebieden.
Het terugbrengen van het zeldzame trilveen vergt de nodige ingrepen: 2 stortplaatsen saneren, de waterhuishouding verbeteren, verwilderd bos verwijderen, voedselrijke delen verschralen en afplaggen, maar bovenal de kwel weer terugbrengen. Immers trilveen kan absoluut niet zonder kwel; het is een bodem- en vegetatietype met vooral zegge- en graswortels die op water en modder drijft.
Specifieke planten van het trilveen zijn: groenknolorchis, veenmosorchis en draadzegge. Het geheel gedijt uitzonderlijk goed in een beekdal met permanente aanvoer van neutraal, voedselarm en mineraalrijk kwelwater. Dit alles bij elkaar maakt met name de Hel tot één van de zeer schaarse trilveengebieden van Nederland!
2. Bennekomse Meent
Dan breekt ook het moment aan dat Staatsbosbeheer, Coöperatie Binnenveldse Hooilanden (boeren) en de Stichting Mooi Binnenveld (burgers) de handen in één slaan: nieuwe natuur maken en de landschappen herstellen van voor 1950. Voor de Bennekomse Meent als onderdeel van Natura 2000 betekent dit het herstellen van een blauwgraslandschap; de naam is volgens sommigen afgeleid van de gloed van blauwe en zwarte zegge. De kern van de Meent is ca 10 ha goed ontwikkeld blauwgrasland met veel blauwe knoop, kleine valeriaan, blonde zegge en vlozegge.
Ontwikkeling
Als leek verbaas je je er over wat alle uitvoerende partijen in het landschap doen. Stortplaatsen saneren is begrijpelijk, maar houtkap in (verwilderd) bos lijkt volledig in te gaan tegen het realiseren van meer bomen, lees bosrijke omgeving. En waarom de bovenste laag van alle graslanden verwijderen en deels sloten dempen en nieuwe geulen en afwateringskanalen genereren? En wat te denken van het oude riviertje de Kromme Eem deels in ere te herstellen? Het betreft hier een aantal zaken:
- in trilveen, blauwgrasland en dotterbloemhooiland horen geen bomen en struiken
- de voedselrijke bovenlaag afplaggen en verwijderen
- het realiseren van minimale hoogteverschillen (micro-reliëf)
- het maaiveld verlagen en kwelwater dichterbij de wortels brengen
- voedsel(nutriënten-)rijkwater van omringende landbouwgebieden afvoeren
- omgevingswater van met name de waterzuiveringsinstallatie bij Bennekom via 2 afwateringskanalen direct afvoeren op de Grift: de Veenkampensloot en de Uilenpassloot
- de herstelde en uitgegraven Kromme Eem voert parallel aan de Grift (nu Valleikanaal) gebiedseigenwater af
- dempen van detaildrainage om te voorkomen dat het zo broodnodige basenrijke kwelwater te snel wordt afgevoerd
- creëren van compartimenten m.b.v. kaden (lees dijkjes): resultaat is gescheiden gebieden om te voorkomen dat de hooilanden overstromen (inundatie) met voedselrijkwater van het Valleikanaal
3. Achterbergse Hooilanden
In het najaar van 2022 zijn de natuurherstelwerkzaamheden begonnen aan de Achterbergse Hooilanden. De opsomming van hierboven is nu in veel facetten te volgen in het realiseren van het actuele gebied. In het algemeen kun je vaststellen dat de te herstellen natuur in het Binnenveld afhankelijk is van de aanwezigheid van permanent, veel of minder basenrijkkwelwater dat zich respectievelijk ontwikkelt tot trilveen, blauw-grasland of dotterbloemhooiland.
Trilveen, blauwgrasgebieden en dotterbloemhooilanden
Trilveen is in Nederland uiterst zeldzaam en komt voor in beekdalen in samenhang met kwelrijke plekken; het betreft een bijzonder bodem- en vegetatietype. In het Binnenveld hebben we te maken met trilveen in een beekdal. De basis wordt gevormd door gras- en zeggewortels, die drijven op een slappe bodem of op water. Het water moet voedselarm zijn en van een bepaalde kwaliteit. Bovendien is permanente aanwezigheid van kwelwater uit de stuwwallen gewenst.
Blauwgrasland is nat en onbemest hooiland, dat in de zomer oppervlakkig uitdroogt. Blauwgraslanden maai je 1x per jaar en ze kenmerken zich door de blauwachtige kleur ten gevolge van de aanwezigheid van allerlei zeggen: Blauwgroene, Zeegroene en Blonde zegge, en Blauwe knoop.
Dotterbloemhooilanden zijn vooral drassige hooilanden, die 1of 2 keer gemaaid worden. Ook kan er sprake zijn van nabeweiding waardoor ook weer sprake is van lichte bemesting. In de zomer is dit vegetatietype droger dan het blauwgrasland en is sprake van een zekere doorluchting. De bodem is voedselrijk en voorzien van kalkrijkwater, dat niet uitgesproken zuur is. In deze graslanden gedijen echte koekoeksbloem, grote ratelaar, brede orchis en tweerijige zegge heel goed. Voor de vaste bezoeker is het enige verharde fietspad de verbindingsweg tussen het fietspad langs het Valleikanaal en de Veensteeg: het Koekoeksbloempad met aan de noordkant het weerstation van Universiteit van Wageningen. Dotterbloemgraslanden grenzen aan blauwgraslanden.
Bokashi
Trouwe bezoekers van het Binnenveld zien de laatste jaren, dat geëigende machines op grote schaal de Binnenveldse Hooilanden maaien. De grote hoeveelheden maaisel vangt men op en verzamelt men op verzamelplaatsen langs de Veensteeg en de Meentweg. De vraag is: wat ga je met al die tonnen maaisel doen? Afvoeren en verplaatsen naar elders brengen aanzienlijke kosten met zich mee; in 2022 was er sprake van ca 400 ton maaisel.
Het antwoord is Bokashi: het fermenteren van het maaisel met toevoeging van bokashi-bacterieën en gesteentemeel. Het geheel stop je in een kuil en je sluit het luchtdicht af. Fermenteren is eigenlijk het gecontroleerd afbreken (rottingsproces) van organisch materiaal. We kennen allemaal het fermentatieproces van zuurkool! Nog een bijkomend voordeel: Bokashi doodt onkruidzaden! De beheerders van de Binnenveldse Hooilanden werken samen met Waterschap Vallei en Veluwe, die ook voor een extra financiële input zorgt. Uiteindelijk gebruikt men de Bokashi voor bodembeheer en verbetering van bijvoorbeeld maisland. Inmiddels is de Bokashi in februari uitgereden en over akkers verspreid.
Flora in het Binnenveld
In het 300 ha groot natuurgebied zijn inmiddels 130 soorten planten en bloemen aangetroffen. Op sommige plaatsen kwamen zelfs 80 soorten tot ontwikkeling. Met het nodige enthousiasme zien onderzoekers en beheerders, dat o.a. het melkviooltje, klokjesgentiaan, blauwe knoop, knoopkruid en blauwe zegge deel uitmaken van de inventarisatie. En uiteraard komen ook zaden aangewaaid die voor uitbreiding van soorten zorgen.
Zoogdieren in het Binnenveld
Het Binnenveld biedt leefruimten (habitats) voor verschillende dieren. Wellicht moet je dan een onderscheid maken welke dieren je als bezoeker kunt waarnemen en welke als beheerder. Immers als beheerder mag je het veld in, hetgeen voor bezoekers aan het Binnenveld „Verboden Toegang“ is. De bezoekers zien dan vooral de vogels en de reeën en heel af en toe een vos. Helaas neemt het aantal verwilderde katten ook toe.
De bevergroei neemt inmiddels een exponentiële vorm aan met alle mogelijke gevolgen en zorgen van dien. Dus is het niet verwonderlijk dat ook in Valleikanaal een bever gespot is.
In het Binnenveld verblijven jaarlijks 4 verschillende groepen (een groep reeën noemen we een sprong) reeën: 2 sprongen tussen de bebouwde kom van Veenendaal en de Werftweg, 1 sprong in de Achterbergse Hooilanden en een sprong van de oostelijk Veensteeg. Heel af en toe laat ook een vos zich overdag zien; zoals zo vaak heb je enig geluk nodig voor het spotten van dieren. Het hele jaar zijn er in het Binnenveld actief. In het voorjaar zijn ze echt actief en zien we rammelende hazen!
Vlinders en libellen
De bloemen en planten in de hooilanden trekken ook insecten aan. De boomvalken doen zich nog voor het broedseizoen al te goed aan de insecten en libellen. Vooral de libellen zijn een gewilde prooi. Qua vlinders zijn het vooral de luzernevlinder en het Icarus blauwtje die opvallen langs de wegen en paden van de Binnenveldse Hooilanden.
Langs en boven het water van het Valleikanaal vallen de weidebeekjuffers zeker op door hun fel blauwe kleur.
Standvogels, zomergasten, wintergasten en dwaalgasten
Standvogels: het gehele jaar door zie je in het Binnenveld ooievaars (soms een zwarte ooievaar), blauwe reigers, grote zilverreigers, zwanen (meestal knobbelzwanen; af en toe zwarte en kleine zwanen, torenvalken, buizerds, havik en ook steeds vaker 1 of meerdere zeearenden; deze grote vogels vallen als eersten op.
De tegenhanger van de grootste roofvogel van Nederland,de zeearend, is het steenuiltje. Vogelwerkgroepen en vrijwilligers plaatsen o.a. marter-proof-nestkasten waarin deze kleine uil ongestoord kan broeden en jongen groot brengt. Bovendien zijn steenuiltjes redelijk honkvast. Elk jaar broedt er een paar bij het Jagershuisje, Spitsbergenweg en in de Groene Grens-Noord.
De kievieten, meeuwen, spreeuwen, meerkoeten, waterhoentjes en allerlei eenden zijn het hele jaar in grote aantallen vertegenwoordigd. Zodra je ziet dat grote aantallen vogels het luchtruim kiezen, speur dan de lucht af of er een slechtvalk of havik actief is. Gaan ook de aanwezige ganzen massaal de lucht in, dan is er mogelijk sprake van de grootste (roof-)vogel van Nederland, die met trage vleugelslag wellicht op grote hoogte speurt naar prooi: de zeearend, ook wel de vliegende deur genoemd!
Ook de ransuilen gedijen het gehele jaar goed in het Binnenveld: ze broeden er in de loofbomen van o.a. de Slagsteeg en vinden roestplekken in woonwijken van Wageningen. Waar elders in het land de patrijzen niet goed gedijen en in hun bestaan worden bedreigd, zo mogen de beheerders van de Binnenveldse Hooilanden zich verheugen in hun relatief ruime aanwezigheid. Echter, ook nu fluctueren de aantallen en in het Binnenveld zijn de patrijzen een kwetsbare groep.
Het laatste geldt zeker voor de kwartels die je zo mogelijk wel hoort, maar vrijwel nooit te zien krijgt! De waterral begon als wintergast maar is inmiddels het hele jaar te zien in het riet langs de Veensteeg. En natuurlijk is ook „de blauwe flits“ (ijsvogel) aanwezig en te zien zowel langs het Valleikanaal als in de omgeving van de Veensteeg. In de struiken tref je de bekende zangvogels aan als merel, kool- en pimpelmees, roodborst en winterkoninkje.
Zomergasten: in het (vroege) voorjaar keren de meeste weide- en watervogels weer terug van hun winterverblijven; soms van redelijk dichtbij zoals de (Zeeuwse) Delta, terwijl anderen terugkeren uit warmere oorden. De wulp keert dikwijls als 1 van de eersten terug en is herkenbaar aan zijn luide, kenmerkende roep. Dat laatste geldt ook voor voor de terugkerende koekoek. In het voorjaar hoor je in de weilanden ook de roep van grutto en tureluur.
In de weilanden zie je de graspiepers rondscharrelen en zoeken de aanwezige tapuiten hun standplaats op paaltjes in de buurt van hun foerageerplaatsen. De felgekleurde grote gele kwikstaart valt zeker op tijdens het zoeken naar voedsel.
In het vroege voorjaar keren ook de vogels terug, die vooral van het Valleikanaal en de Kromme Eem afhankelijk zijn zoals de blauwborst, de kleine karekiet, rietgors en visdiefjes uit diverse streken van Afrika.
Boven het waterrijke deel van de Binnenveldse Hooilanden heb je de kans boomvalken te zien, die jagen op libelles en kleine (zang-)vogels. Heeft een boomvalk met de klauwen naar voren een libelle gescoord, dan haalt hij/zij tijdens het vliegen de vleugels er af en daarna meteen genuttigd. Zie je een mooie, bruine vogel tegen de wind mee met langzame vleugelslag over het veld vliegen, dan heb je te maken met de bruine kiekendief. In 2022 verrast de kleine plevier met de gele ring om het oog de beheerders: een broedsel!
Wintergasten: de meest in het oog springende wintergasten zijn de ganzen: grauwe ganzen, brand-, kol- en nijlganzen, Canadese ganzen en soms ook toendrarietganzen. Vooral grauwe ganzen en kolganzen weten met honderden hun weg te vinden naar het voedselrijke Binnenveld. Minder bekende vogels zoals de groenpootruiter, zwarte ruiter, bosruiter en steltkluut zijn ook in het Binnenveld gesignaleerd.
En wat te denken van de purperreiger of mannetje en vrouwtje blauwe kiekendief met het zelfde vliegbeeld en gedrag als de bruine kiekendief. Heel zelden zien we een velduil in de hooilanden; in 2022 heeft een beheerder er zelfs 2 gezien! Zodra echter heel bijzondere soorten gezien en gemeld zijn bij waarneming.nl of een gelijksoortige app, komt de melding onder embargo te staan: niet openbaar dus!
Tijdens de wintermaanden zien we ook af en toe de roerdomp als bezoeker van Valleikanaal verschijnen; een grote vogel met een apart sonoor basgeluid. Zodra de vogel onraad bespeurt, verschuilt hij zich in het riet en strekt zijn hals maximaal: met de camouflage kleuren is de vogel in het gedroogde riet vrijwel onzichtbaar! Inmiddels zien we de aantal waterrallen toenemen. Aanvankelijk alleen aan de Veensteeg en Groene Grens-Zuid, maar in de winter 2022-2023 is de waterral op meerdere plaatsen langs het Valleikanaal gesignaleerd en gehoord met de merkwaardige roep die lijkt op het geluid van een speenvarken.
Dwaalgasten: Het hele jaar door heb je kans, dat vogels opduiken die in dit gebied normaal gesproken niet voorkomen. Ze zijn als het ware afgedwaald van hun vaste gebieden. In het Binnenveld zijn in elk geval gespot porseleinhoen, morinelplevier, sneeuwgors, roodpootvalk en kraanvogels. Op 21 februari 2023 strijken er zelfs 12 kraanvogels neer tussen Wageningen en Bennekom. Soms is zo’n dwaalgast schuw en dikwijls ook maar korte tijd aanwezig, een andere keer heel benaderbaar en langere tijd aanwezig. In 2022 bezocht zelfs een slangenarend het gebied en verkoos als uitkijkpunt een hoogspanningsmast aan de Veensteeg.
Eendenkooi - Vistrap - Veeneiken - Jagershuisje
Eendenkooi: fiets je over het fietspad langs het Valleikanaal vanaf de Werftweg in zuidelijke richting naar de fietsbrug die leidt naar het Koekoeksbloempad, dan zie je onderweg in het vlakke en open landschap een bosje grenzen aan het Valleikanaal (vroeger De Grift en na het tot stand komen aanvankelijk Bisschop Davidsgrift, genoemd naar de bisschop van Utrecht). In dit "ommuurde“ bosje bevindt zich een eendenkooi: een plas waar smalle slootjes op uit kwamen en helemaal omzoomd met bomen en struikgewas: het kooibos. De smalle slootjes dienden als vangpijpen waar wilde eenden met staleenden (lokeenden) gelokt werden. De eenden dienden voor de consumptie. De eendenkooi stamt uit de middeleeuwen en is een typisch Nederlands element.
Vistrap: het 40 kilometer lange Valleikanaal met 7 stuwen en een breedte variërend van 20-30 m is een visrijk water met o.a. brasem, karper, zeelt, winde, blankvoorn, ruisvoorn en natuurlijk de snoek en daarom aantrekkelijk voor de sportvisser. Sinds 2018 valt vrijwel het gehele kanaal onder de VISpas. Tussen de eendenkooi en de fietsbrug naar het Koekoeksbloempad bevindt zich een kleine stuw met een verval van ca 30 cm met ernaast een vistrap. in Valleikanaal is altijd wel in min of meerdere mate een lichte of sterke stroming vanaf de Rijn naar de Eem bij Amersfoort.
Veeneiken: een wandelaar uit Wageningen met kennis van bomen herkende tijdens een uitstapje in 2019 in Bennekomse deel van de Binnenveldse Hooilanden restanten van een oude veeneik, na wat later bleek, van „kort“ na de laatste ijstijd (ca 11.700 jaar geleden). Verder zoeken levert in totaal 18 oude veeneiken, zo meldt De Gelderlander op 17-10-2019. Na onderzoek m.b.v. jaarringenkalender blijkt ook, dat de bomen in leeftijd variëren van 62 t/m 126 jaar en stammen uit de tijd van 5009-4994 jaar voor het begin van onze jaartelling. Of de boomstammen daadwerkelijk gestaan hebben in het Binnenveld, kan niet met zekerheid gezegd worden. Delen van de oude veeneiken staan nu prominent opgesteld tussen de vistrap en de de fietsbrug.
Afbeeldingen met tekst en uitleg kun je bekijken bij de Veeneiken zelf langs het looppad in het Binnenveld, dat start vlakbij de fietsbrug en langs een loopvlonder leidt en uitkomt op de Veensteeg ter hoogte van de Nieuwesteeg.
Jagershuisje: aan de Veensteeg bijna ter hoogte van de Nieuwesteeg staat een klein eenzaam huisje omheind door een hekwerk met het bordje Verboden Toegang. Dit kleine huisje "De Snip“ is eigendom van de jagersvereniging. Als je voor het huisje staat zie je zowel links en rechts een boom staan. Na het broedseizoen vind je daar regelmatig een steenuiltje klagend roepen om gevoerd te worden.