Tannermoor
Oberösterreich - Tannermoor in Oostenrijk is een van de grootste hoogveengebieden in Europa, met een oppervlakte van 120 hectare. Het centrale deel is altijd goed behouden; nooit werd hier turf gestoken of aan ontbossing gedaan. Ook nu nog is het Natura 2000 beschermd gebied. Slechts enkele stroken langs de rand werden in de twintigste eeuw beplant met sparren.
Het veengebied bevindt zich bij Liebenau in Oberösterreich, op een hoog granieten plateau in het Mühlviertel, zo'n 900 meter boven de zeespiegel.
Natuur in Tannermoor
Vanuit de lucht zien de drone beelden er een beetje eentonig uit. We zien op het eerste zicht alleen naaldbomen zover het oog strekt. Maar we laten ons graag verrassen!
Wanneer je de wandelschoenen aantrekt en het natuurgebied verkent, ontluikt zich gelukkig veel meer verscheidenheid. Zompige moerasstukken, naaldbossen, berkenbossen, struikgewas, maar ook bizar gevormde rotsen wisselen elkaar af. Het blijkt een veelzijdig stukje natuur, met tal van unieke planten en mossen.
Wat is er zo bijzonder aan het Tannermoor moeras?
Het hoogveen wordt uitsluitend gevoed door regenwater en is voor een groot deel bedekt met dennenbomen. Er zijn ook open plekken, waar typische planten van hoogveengebieden gedijen, zoals veenrozemarijn, wollegras en de heidefamilie, bijvoorbeeld bergbraam en struikheide.
1. Rubner Teich
Meteen bij de parkeerplaats, in het zuiden van Tannermoor, kom je bij de Rubner Teich, een vijver die door middel van een kleine dam werd gecreëerd. Het is vrijwel de enige ingreep die mensen in het verleden in dit gebied hebben gedaan, om water te verzamelen. Het is nu een romantische natuurvijver met kleine zitplekken langs de oever.
De Rubener vijver wordt gevoed door de Tannerbach, die uit het hoogveen stroomt - vandaar de donkerbruine kleur - en er kan ook worden gevist. Op warme dagen kan je lekker zwemmen in het water.
2. Opslag van CO2 in het veen
Weinig mensen zijn zich bewust van het belang van veengebieden. Veengrond bestaat uit dikke lagen van planten, die zich gedurende duizenden jaren hebben opgestapeld en die in al die tijd geen zuurstoftoevoer hebben gehad. Hierdoor wordt er veel CO2 vastgehouden.
Wanneer het waterpeil in het veen daalt, komt het plantaardige materiaal in aanraking met zuurstof, wat leidt tot oxidatie en afbraak van het veen, met als gevolg dat de opgeslagen CO2 vrijkomt. Droogte kan dus een zeer grote CO2 uitstoot tot gevolg hebben.
Door het waterpeil in veengebieden te verhogen, kunnen deze juist weer meer CO2 opslaan. De nattere omgeving levert bovendien veenherstel, groei van nieuwe planten en meer biodiversiteit op. Omdat het veengebied in Tannermoor ook steeds meer droog komt te staan en dus CO2 uitstoot, is men hier met een grootschalig bewateringsproject bezig.
Er worden grote houten wallen in de grond geplaatst, die het water moeten vasthouden, ook in droge periodes. Op de korte termijn gaat dit even ten koste van de natuur, maar na 10 jaar zal deze weer volledig hersteld zijn.
De muren in de grond zullen daarentegen langdurig effect hebben op de natuur in Tannermoor en op de opslag van CO2. Langetermijndenken dus.
3. Slangengebied
Blijf tijdens een wandeling goed op de paden, want ook slangen voelen zich thuis in het natuurgebied. De beet van de adder (Vipera berus) is giftig voor de mens, dus kijk ook tijdens het lopen op een pad goed uit waar je loopt.
4. Overige dieren
De rijkdom aan zeldzame planten en dieren is de kostbaarste schat van het Tannermoor. Naast slangen leven er ook reeën, vossen, dassen, boommarters, wezels, korhoenders, auerhoenders, moeraskerkuilen, bosuilen, wilde eenden, haviken en sperwers. En ook de bever weet hier goed te overleven. Overal zien we sporen van zijn aanwezigheid.
5. Veenmos
De belangrijkste component van een moeras zijn de veenmossen, die tot twintig keer hun volume aan water kunnen vasthouden. In een hoogveen heeft de veenlaag zich zo opgehoopt dat de levende mossen aan het oppervlak hun permanente verbinding met het grondwater hebben verloren - ze zijn uitsluitend afhankelijk van water en mineralen uit de regen.
6. 4 soorten bessen
Vier verschillende soorten besjes komen er voor: de rijsbes, de kleine veenbes, de rode bosbes en de Vaccinium microcarpum, waarvan ik de Nederlandse naam nog probeer te achterhalen.
Net als in Scandinavië is het vrij toegestaan om paddenstoelen en bessen vrij te plukken voor eigen gebruik. Tijdens onze wandeling kwamen we enkele lokale vrouwen tegen met een emmertje vol bessen.
7. Windworp bomen
Wanneer de grond te zuur is, kunnen bomen nooit heel hoog of oud worden. Zodra er een flinke rukwind komt, worden ze al snel uit de grond getrokken en vallen ze om. In Tannermoor hebben ze daar zelfs een speciale term voor, de "Windwurf" of windworp.
Wandelen in Tannermoor
Waar wandelen? Er zijn maar twee wandelroutes, de TANNERtrail met rode markering (ca. 6 km) en de kortere RUBNERtrail (ca. 1 km). Het lange pad leidt door het hoogveengebied, over bruggen en langs veengebieden naar de hooglanden van bergden (Pinus mugo), vanwaar het hele veengebied kan worden bekeken.
De meeste borden zijn in twee talen, Duits en Tsjechisch, vanwege de grote aantallen Tsjechische wandelaars die hier komen (Tsjechië is vlakbij). Het is bijzonder om te wandelen in het natuurreservaat. Uiteraard blijven we zoveel mogelijk op de paden, maar wanneer je even op het veen loopt, voel je hoe dit op en neer veert. Een bijzondere gewaarwording.
Ben je op vakantie in Oberösterreich en maak je graag een niet al te lange wandeling door een uniek natuurreservaat, dan is een stopje bij Tannermoor zeker aanbevolen! Onze trip werd mede mogelijk gemaakt door de toeristische dienst van Oberösterreich en het Mühlviertel.